Oplossing 10: Laat het apparaat nakijken
Als u alle bovenstaande stappen hebt uitgevoerd, maar het probleem nog steeds niet is
verholpen, kunt u het apparaat laten nakijken.
Surf naar
www.hp.com/support.
om contact op te nemen met HP Ondersteuning. Kies
uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met
HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
De contactpunten van de printcartridge reinigen
Reinig de contacten van de printcartridge enkel als regelmatig meldingen op de display
verschijnen.
Voordat u de contactpunten van een printcartridge reinigt, neemt u de printcartridge uit
het apparaat en controleert u of contactpunten vrij zijn. Vervolgens plaatst u de
printcartridge opnieuw in het apparaat. Als u nog steeds meldingen krijgt dat u de
printcartridges moet controleren, reinigt u de contactpunten van de printcartridge.
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt:
•
Schuimrubberen veegstokjes, pluisvrije doek of ander zacht materiaal dat niet loslaat
of vezels achterlaat.
Tip Koffiefilterzakjes zijn pluisvrij en prima geschikt voor het reinigen van
printcartridges.
•
Gedistilleerd water, gefilterd water of bronwater (water uit de kraan kan deeltjes
bevatten waardoor de printcartridges kunnen worden beschadigd).
Let op Gebruik geen metaalpoetsmiddelen of alcohol om de contactpunten van
printcartridges te reinigen. Hierdoor kan de printcartridge of de HP All-in-One
beschadigd raken.
De contactpunten van de printcartridge reinigen
97
De contactpunten van de printcartridge reinigen
1. Zet het apparaat aan en open de klep voor de printcartridge.
De wagen met printcartridges beweegt geheel naar de rechterkant van het apparaat.
2. Wacht tot de wagen met printcartridges stilstaat en koppel vervolgens de stekker los
van de achterkant van het apparaat.
Opmerking De datum en tijd zijn mogelijk gewist, afhankelijk van hoe lang de
HP All-in-One geen stroom heeft ontvangen. Als u de stekker weer aansluit, moet
u de datum en de tijd wellicht opnieuw instellen.
3. Druk voorzichtig op de printcartridge om deze te ontgrendelen en trek de cartridge
naar u toe uit de houder.
4. Controleer de contactpunten van de printpatronen op aangekoekte inkt en vuil.
5. Dompel een schoon schuimrubberen veegstokje of pluisvrij doekje in het
gedistilleerde water en knijp het overtollige vocht eruit.
6. Houd de printcartridge vast aan de zijkanten.
7. Reinig alleen de koperkleurige contactpunten. Laat de printcartridges circa tien
minuten drogen.
1 Koperkleurige contactpunten
2 Inktsproeiers (niet schoonmaken)
8. Schuif de printcartridge weer in de sleuf. Duw de printcartridge voorzichtig naar voren
totdat deze op zijn plaats klikt.
9. Herhaal indien nodig deze procedure voor de andere printcartridge.
10. Sluit voorzichtig de klep van de printcartridges en sluit het netsnoer aan op de
achterkant van het apparaat.