Algemene netwerkproblemen oplossen
Als u de software van het apparaat niet kunt installeren, moet u het volgende controleren:
•
Alle kabelverbindingen tussen de computer en het apparaat moeten in orde zijn.
•
Het netwerk functioneert en de netwerkhub is ingeschakeld.
•
Alle toepassingen moeten zijn afgesloten of uitgeschakeld voor computers met
Windows, inclusief eventuele antivirusprogramma's, antispywareprogramma's en
firewalls
•
Het apparaat is op hetzelfde subnet geïnstalleerd als de computers die van het
apparaat zullen gebruikmaken.
Als het installatieprogramma het apparaat niet kan vinden, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het
installatieprogramma in. Zie
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen (alleen bepaalde
modellen)
voor meer informatie.
Het is niet aan te raden het apparaat een vast IP-adres te geven, maar desondanks
kunnen sommige installatieproblemen (bijvoorbeeld als gevolg van een firewallconflict)
mogelijk worden opgelost door dit toch te doen.