Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem
voor inbellen en voicemail
Stel het apparaat in volgens de instructies in dit gedeelte als u op dezelfde lijn gespreks- als
faxoproepen ontvangt, terwijl u tegelijkertijd een computermodem voor inbellen hebt aangesloten
en een voicemailservice van uw telefoonmaatschappij hebt ingesteld.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen)
209
Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen
gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet de faxen handmatig ontvangen, wat
betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te beantwoorden. Als
u uw faxen liever automatisch ontvangt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij voor
een abonnement op een service voor specifieke belsignalen of om een aparte telefoonlijn aan
te vragen voor het faxen.
Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met het apparaat, kunt u de modem en het
apparaat niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld het apparaat niet gebruiken om te faxen
wanneer u de computermodem gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren
waarop u het apparaat kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee
telefoonpoorten beschikt:
•
Als de computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (of verdeelstekker)
aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding. (Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan
de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Gebruik geen telefoonsplitters voor
twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de voorzijde en
een aansluiting aan de achterzijde.)
Voorbeeld van een parallelle splitter
•
Als de computer is voorzien van twee telefoonpoorten, kunt u het apparaat configureren op de
wijze die hieronder wordt beschreven.
Achteraanzicht van het apparaat
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit
met de 1-LINE-poort
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter
voor uw land/regio.
3
Parallelle splitter
4
Computer met modem
Bijlage C
210
Bijkomende faxinstallatie
5
Telefoon
Het apparaat op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op het apparaat.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is
verbonden met een wandcontactdoos. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit
het uiteinde aan op de poort met het label 2-EXT aan de achterkant van het apparaat.
3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem.
4. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat.
Opmerking U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor
uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden
of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk
thuis of op kantoor gebruikt.
5. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de
computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de
software van uw modem, kan het apparaat geen faxen ontvangen.
6. Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit.
7. Voer een faxtest uit.
U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders kan het
apparaat geen faxen ontvangen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra appratuur op het apparaat, neem dan contact
op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.