Documenten afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie
Afdrukmateriaal plaatsen
voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Selecteer het apparaat waarop u wilt afdrukken.
4. Als u instellingen moet wijzigen, klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster
Eigenschappen wordt geopend.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op een soort afdruktaak in de lijst Snel afdrukopties instellen. De vooraf
ingestelde standaardinstellingen voor de snelkoppelingen worden weergegeven.
Afdrukken
27
6. Als u instellingen op het tabblad Snel afdrukopties instellen wilt wijzigen, kunt u uw
aangepaste instellingen opslaan als nieuwe snelle afdrukoptie:
a. Selecteer de snelkoppeling, en klik vervolgens op Opslaan als.
b. Om een snelkoppeling te verwijderen, selecteert u de snelkoppeling en klikt u op
Verwijderen.
Tip U kunt meer opties voor de afdruktaak wijzigen aan de hand van de
beschikbare functies die u op de andere tabbladen in het dialoogvenster kunt
vinden.
7. Klik op OK.
8. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.